Technieken

Het trimmen gebeurt met verschillende technieken afhankelijk van de vachtsoort. De volgende technieken kunnen toegepast worden:

Knippen

Honden zoals de Poedel en Bedlington Terriër hebben een vacht die kroeshaar heet en dient geknipt te worden. De vachtsoort bestaat alleen uit onderwol, die weliswaar wel verhaart, maar zeker geen rui kent. De haartjes die er al uitvallen die blijven dan meestal ook in de vacht hangen waar door dit soort goed verdraagbaar is voor mensen met een allergie. De vacht heeft een lange groeicyclus en kan daardoor erg lang worden. Daarom moeten deze vachten regelmatig geknipt of geschoren moeten worden. Het haar wordt met een rechte schaar ingekort tot de gewenste lengte is bereikt. Kroeshaar is de enige vachtsoort waarin geknipt of geschoren mag worden zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft voor de vacht of de huid.

Inkorten

Honden zoals de Maltezer en Shih Tzu hebben een vacht die ingekort dient te worden. Doordat er altijd wel dode haren in de vacht zitten kan de hond iedere 2 à 3 maanden een wat uitgebreidere trimbeurt ondergaan. De vacht wordt ingekort met behulp van een enkele getande of dubbel getande effileerschaar. Hierdoor verkrijgt men een zeer vlak resultaat. Te scherp geknipte lijnen vervallen en de overgang van lang naar kort en andersom wordt zo natuurlijk mogelijk.

Effileren

Honden zoals de Spaniëls en Setters hebben een vacht die langhaar met weinig onderwol heet en deze dient geeffileerd te worden. Deze vachtsoort bestaat uit twee lagen de onderste laag (onderwol) en de bovenste laag (dekhaar).

Dit vachttype kent de zogenaamde mozaïkverharing. Doordat er altijd wel dode haren in de vacht zitten kan de hond iedere 2 à 3 maanden een wat uitgebreidere trimbeurt ondergaan. De technieken die toegepast worden zijn plukken en effileren. Eerst dient de vacht zoveel mogelijk geplukt te worden om vervolgens de delen die niet geplukt kunnen worden geeffileerd. Dit gebeurt met een dubbel getande of enkel getande effileerschaar waarmee de vacht uitgedund wordt om een zo glad mogelijk resultaat te verkrijgen.

Scheren

Voor het scheren van honden wordt er een speciale tondeuse gebruikt met verwisselbare scheerkoppen. Er kan gekozen worden uit diverse haarlengtes variërend van 1mm t/m 25mm. Indien er gekozen wordt voor een lengte langer dan 5mm moet de vacht het toelaten en zeer goed uitgekamd zijn.

Ontwollen

Honden zoals een Labrador Retriever en Samojeed hebben een vacht die stokhaar heet en deze dient ontwolt te worden. Deze vachtsoort bestaat uit twee lagen de onderste laag (onderwol) zal worden verwijdert. De bovenste laag (het dekhaar) haren blijven zitten.

Bij de stokhaar vind twee maal per jaar in het voorjaar en in het najaar een rui plaats waarbij de onderwol uitvalt. Het is de omschakeling tussen wintervacht naar de zomervacht en andersom. Het dekhaar verhaart meer over het jaar verspreid. Je kunt de vacht helpen door met verschillende materialen zo veel mogelijk in één keer van de hele laag oude onderwol uit de vacht te halen. Na het ontwollen moet de vacht weer rust krijgen om weer een nieuwe laag onderwol aan te maken. Dat betekent dat de vacht drie tot zes weken niet intensief gekamd of geborsteld mag worden. Wanneer de hond in een goede conditie is en geen verhaar problemen heeft zal de vacht niet klitten wanneer hij niet in de rui is en hoeft dan ook niet getrimd te worden.

Knippen in de onderwol of scheren kan een verstoorde haargroei tot gevolg hebben. Een wasbeurt kan de hond helpen om sneller door de rui heen te komen.

Plukken

Honden zoals een Bouvier of Cairn Terriër hebben een ruwharige vacht en dienen geplukt te worden. Deze vachtsoort bestaat uit twee lagen waarbij de bovenste laag (het dekhaar) eruit wordt geplukt. De onderste laag (onderwol) zal blijven zitten.

Bij de ruwhaar vindt een duidelijke rui plaats, circa om de 6 maanden, waarbij de dekharen in één keer verharen. Doordat de dekharen in vrij diepe haarzakjes zitten vallen ze er niet vanzelf uit maar blijven los in de huid zitten. Middels het plukken worden deze haren verwijderd. Kleine plukjes haar worden tussen duim en wijsvinger geklemd en met de haargroeirichting mee uit de huid geplukt. Ondertussen wordt met de andere hand de huid in tegenovergestelde richting strak gehouden. Deze techniek is alleen toe te passen op haar dat los in de haarzakjes zit ook wel gezegd als de hond "plukrijp"is.

Een ruwharige vacht met een schaar of tondeuse behandelen levert een enorme verandering in structuur van de vacht op. Deze verandering treedt vaak na één verkeerde behandeling al op en is zeer moeilijk of niet te herstellen. Bovendien blijven de dode haren (het dekhaar) zitten en kunnen huidproblemen veroorzaken.

Ontklitten

Als er klitten in de vacht zitten worden deze door middel van borstelen en kammen uit de vacht gehaald. Om het geheel een beetje te vergemakkelijken gebruik ik de Tangle Repair spray van Jean Peau. Deze spray maakt als het ware de klitten losser.

Indien de vacht teveel geklit is is het voor de hond en de trimmer uiteraard beter dat deze geschoren wordt. De lengte kan dan alleen bepaald worden aan de hand van de klitten.

Als er niets aan de klitten gedaan wordt zal de vacht steeds verder gaan klitten tot op de huid. Er komt dan geen zuurstof meer bij de huid en dan kunnen er huidirritaties ontstaan. Dan kan het natuurlijk van kwaad tot erger worden. Door de irritaties gaat de hond krabben, wondjes, ontstekingen etc. Tevens trekken de klitten aan de huid wat pijnlijk is.

Wassen

Anders dan vroeger zal de hond, die nu als gezelschapsdier wordt gehouden, wel eens gewassen worden. Algemeen heerst het idee dat wassen slecht is voor de huid en vacht van de hond. "Het is slecht want het is onnatuurlijk". Dat het onnatuurlijk is dat klopt. Maar de hond leeft niet meer in de natuur. Zoals wij de hond nu houden hebben veel onnatuurlijke zaken invloed op het dier. Denk hierbij vooral aan de vervuiling van de lucht door onder andere uitlaatgassen, straatvuil en aan de voeding.

Daarnaast kunnen vachtproblemen met goede vachtverzorgingsproducten veelal opgelost worden. Denk aan eczeem, vlooien, brandwondjes, gespleten haarpunten, pigmentproblemen, droge vacht, schimmel, jeuk, pluizen etc.

Het wassen van de hond moet gebeuren met een speciaal afgestemde shampoo. Dat wil zeggen een shampoo die deze huid zo min mogelijk ontvet en uitdroogt. Wanneer een vetlaag van de huid door verkeerde shampoos wordt aangetast zal de huid en vacht minder bescherming kunnen bieden. Bovendien wordt de aanmaak van talg extra gestimuleerd.

Drogen

Na het wassen van de hond wordt de vacht zoveel mogelijk gedroogd door middel van een waterblazer. Deze blaast als het ware het water van de vacht af en haalt eventuele klitten er nog uit. Door het blazen komt de lucht zeer goed bij de huid wat ook weer gezond voor de vacht is. Denk maar aan eventuele huidirritaties.

Hierna wordt de hond weer naar de trimtafel geleid en met een handdoek afgedroogd. Verder wordt de hond gedroogd middels föhnen en borstelen.